Ik ben nu echt kwaad.

 

Ik kom op een kostenloze camperplaats met 4 plaatsen.

Deze zijn alle 4 ingenomen door 1 grote supercamper, die dwars staat.

 

Moet ik het nou echt normaal gaan vinden dat de mensen die in een ± 350.000 euro kostende camper rondrijden, op een gratis plaats willen staan?

 

Er zijn mensen die reageren dat dit normaal is , waarom niet zeggen ze dan?

 

Gek wordt ik van die dombo's die appels met peren vergelijken.

Als ik een kosteloze parking voor campers oprij verwacht ik geen miljonairachtige types.

die ook nog eens, bijna altijd, meer dan  1 plek bezetten.

Dit narcistisch stuk stront, zelfs de hele Camperplaats.

 

Tegenwoordig schijnt mijn mening hierover als kwetsend over te komen op deze sufkutten.

Want wie groot en duur, of klein rijdt ja daar gaat de persoon in kwestie zelf over zeggen ze.

 

Ja dat zal dan wel, maar volgens mij heeft het ook met geld en fatsoen te maken.

 

Het enige wat ik misschien dan moet leren, is ophouden met reageren op dombo's in dat soort Campers,

die de armere campers niks gunnen, door meerderen gratis plaatsen te bezetten.

 

Nou echt niet.

Gekken die anderen willen kwetsen met hun rijkdom noem ik het .

Allemaal lid van dezelfde mentale sufkuttenclub.

Heb je zelf zo'n dure grote camper die niet op één camperplaats past?

Het leven is geen pretje voor iedereen. Laten we er vooral om lachen en voel je niet meteen aangesproken en gekrenkt.’’

Laat die gratis plekken voor het "mindere geslaagd in het leven volk."

Ga naar een plaats waar jou maat Camper op past, of koop een kleinere.

Ja ik voel de commentaren al weer aankomen.

#MeToo, de Cancelcultuur, naming and shaming, de Woke-beweging…

Het zijn barre tijden voor lange tenen en gevoelige ego’s.

Wat mag tegenwoordig gezegd en wat moet verzwegen worden?

Waar ligt de grens tussen satire, ironie, vrijheid van meningsuiting en belediging.

Als ik het over ‘een rijke kutcamper’ heb, zeg ik daarmee toch niks over álle Campers.

Iedereen trekt het tegenwoordig op z’n eigen fatsoen.

Ik heb trouwens geen idee wie al die mensen zijn in die dure Campers, en hoe ze aan zoveel geld gekomen zijn.

 

Met mijn columns stap ik op de zeepkist om met opgeheven vinger te waarschuwen.

Dit doe ik wanneer iets de verkeerde kant op dreigt te gaan. Dan toon ik het bewijs daarvan aan, en hoop dat dit doordringt.

Maar dan de hamvraag: wanneer is een uitlating discriminerend of kwetsend?

Die vraag is lastig op een eenduidige manier te beantwoorden, want wat voor de een kwetsend is, is voor de ander iets om schouderophalend aan voorbij te gaan.”

De vrijheid van schrijvers is gelukkig groot.

Ik mag  over elk onderwerp schrijven, maar niet op elke manier.

Ik ben  vrij om mijn mening te geven en om mijn eigen conclusies te trekken uit de feiten die ik schets, mits ik die feiten juist weergeef. 

Ik mag stijlmiddelen gebruiken als overdrijven en bewust eenzijdig belichten.

Het is maar dat u het weet.

 

 

 

Groet Abram

 

 

Terug naar meer verhalen.